Een adembenemend zicht ontvouwt zich in het hart van een stadspark, waar een wulpse vixen, haar rondingen overstromend van weelde, besluit te pronken met haar ruime boezem. De gedurfde exhibitionist, haar tepels een prikkelend gezicht, geniet van de sensatie van openbare vertoning. Terwijl ze zich koestert in de warmte van de zon en de gedurfden act, wagen haar vingers zich naar het zuiden, het initiëren van een ritmische verkenning van haar dikke, ongetemde onderwereld. Deze rijpe schoonheid, zich niet bewust van de toeschouwers, dompelt zich onder in de extase van zelfgenoegzaamheid, haar vingers werkend in een waanzinnige schat aan haar haar. De spectieve, maar toch onberispelijke, onverzadigbare en toch onverzadigbaar, onverzaligbaar klaarkomende orgasmes van deze vrouw, bereikt alle orgasmes van haar orgasme, haar verlangen naar een vulgaire golf van ongeremd plezier en rust in deze tentoonstellingsruimte. Deze vrouw laat haar verlangen naar alle machtige exposities achter en belemmert haar verlangen naar krachtig expositiegenot, haar verlangens naar alle exposities.